Boven Water...

's Nachts om 4 uur vertrekt eindelijk de ouwe 20 meter lange kustvaarder vanuit La Ceiba voor de oversteek naar Roatan eiland 50 kilometer uit de kust van Honduras in de Caribische zee.
Het regent pijpenstelen en ik sta met het 6 man sterke personeel in de minuscule stuurhut door het raampie te gluren. De geur van natte kleren, zweetsokken, peuken en koffie plakt in m'n neusgaten maar gelukkig word het later droog en kan ik buiten naar de ruige zee kijken. Het dek ligt vol met hardhout, kratten fris, gasflessen, vergif, ingevroren kippen en twee onvervalste koeien.. Die laatste lijken niet zo blij en kijken een beetje waterig uit hun ogen.. Misschien zeeziek???? Half weg stopt een van de motoren ermee. De krakkemikkige Cartepillar heeft een scheur in het carter en met een gangetje van 3 mijl tuffen we verder. De Engels sprekende kapitein praat overigens liefdevol over z'n schuit als ik 'm vraag naar pk`s en waterverplaatsing.
Pas na 8 uur stampen op de golven leggen we naast een ander oud hok aan. De 300 kilo zware brommer wordt door 8 man over 2 dekken en lading getild en moet over een smalle loopplank naar de kade. Ik zweet pegeltjes en zie m'n kind al op z'n kop in de haven verdwijnen.
Na 9 dagen regen is het eiland in een grote modderpoel veranderd. 2 Uur heb ik werk om naar het 15 kilometer verderop gelegen West End te komen en ik zie eruit als een varken om er later achter te komen dat er gewoon een asfalt weg bestaat waarmee je er 10 minuten over doet.

Het 50 kilometer lange Roatan behoort tezamen met Utila en Guanaja tot een groep eilanden die in vroeger dagen bewoond werden door Franse, Engelse en natuurlijk Hollandse piraten. Deze ruigpoten overvielen vele Spaanse vrachtschepen die vol geladen met goud en andere goederen op weg waren naar Spanje..
Tot op de dag van vandaag is net als in Belize de voertaal Engels en hangt er een broeierig Caribisch sfeertje.

's Avonds in een klein kroegie om de hoek trekt een van de "locals" na een ruzie over een rekening ineens een enorm pistool uit z'n broekzak. Er word geschreeuwd en gericht en onderwijl pluk ik m'n biertje van de bar en wandel naar buiten om de sterren te bestuderen.. pfff, lekker zootje hier..

Het 2de grootste rif ter wereld (na het great Barrier reef in Australië) ligt hier voor de kust en 10 dagen duik ik samen met 2 Engelse meiden en Charlie een knettergekke Engelse instructeur rond in het enorme aquarium om te kijken naar Koraal en gekleurde vis.
Het weer ziet er prima uit en als we 's avonds met verbrande knarren op ons balkonnetje met een biertje van de zonsondergang zitten te genieten horen we geweerschoten in een restaurantje verderop.
Een halve gare heeft te diep in 't glaasie gekeken en knalt 3 kogels door het plafond waarna de kastelein z'n schietpistool met klappertjes vult en van achter de bar de knaap in z'n nek schiet.. Morsdood...

Het is wild west op het eiland als de barman vrij uit gaat i.v.m zelfverdediging en de familie van het slachtoffer het hele restaurant kort en klein slaat.
De dader peert 'm naar Amerika tot de bui een beetje overgewaaid is..

Ook de Duitse eigenaar van de duikshop waar we onze cursus doen heeft moeilijk heden na een ruzie met een personeelslid. Z'n banden worden aan barrels gesneden en de volgende dag kunnen we niet duiken omdat de hoge druk compressor waarmee de flessen worden gevuld vol met zand zit. Tot 's nachts 1 uur sleutel ik aan de 4 cilinder en hij doet het de volgende dag weer...
Het is verders een prachtig eiland hoor en met jan en alleman knor ik al met al 500 kilometer door dit tropisch paradijs maar neem na 12 dagen afscheid en vertrek...

Het regent pijpenstelen en met het 6 man sterke personeel sta ik in de minuscule stuurhut door het raampie te gluren. De geur van natte kleren, zweetsokken, peuken en koffie plakt in m'n neusgaten maar het word deze keer niet droog en 6 uur later kom ik in La Ceiba op het vaste land van Honduras aan....